![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
![]() |
|
| ||||
Wij moesten de bloemen besproeien.
| ||||
Wij moesten het huis opruimen.
| ||||
Wij moesten de afwas doen.
| ||||
Moesten jullie de rekening betalen?
| ||||
Moesten jullie entree betalen?
| ||||
Moesten jullie een boete betalen?
| ||||
Wie moest afscheid nemen?
| ||||
Wie moest vroeg naar huis gaan?
| ||||
Wie moest de trein nemen?
| ||||
Wij wilden niet lang blijven.
| ||||
Wij wilden niets drinken.
| ||||
Wij wilden niet storen.
| ||||
Ik wilde net telefoneren.
| ||||
Ik wilde een taxi bestellen.
| ||||
Ik wilde namelijk naar huis rijden.
| ||||
Ik dacht dat je je vrouw wilde opbellen.
| ||||
Ik dacht dat je de inlichtingen wilde bellen.
| ||||
Ik dacht dat je een pizza wilde bestellen.
| ||||